De Nullarbor
13 januari tot en
met 19 januari 2014
Op 13 januari
vertrekken we uit Hopetoun en nemen de onverharde Beach Road naar Esperance,
ongeveer 200 kilometer.
2 Mile
Beach, 5 Mile
Beach, 12 Mile
Beach, 13 Mile
Beach, Mason Bay, Starvation Bay…, na 120 kilometer zijn we
bij Stokes national Park en we geven het op. Er is een campground en we boeken
in. Nee, voor de goedkoopheid hoef je niet in een National Park te gaan
kamperen. 12 dollar toegang tot het park en dan nog 10 dollar per persoon per
nacht voor de camping. Natuur voor wie het betalen kan, we zien deze trend al
langer, maar in West Australië maken ze het intussen wel heel bont. De
bezetting is heel matig, hoogstens 50 %, ondanks het hoogseizoen. Als we er de
Resident National Park Volunteer naar vragen, zegt hij dat iedereen DENKT dat
het hier vol staat in het hoogseizoen, en dat de mensen daarom weg blijven tot
februari, als de zomervakanties voorbij zijn. In februari komen de senioren
weer los...
We rijden even
langs Esperance, vooral uit nieuwsgierigheid. Dit is het ‘Zandvoort’ van de
regio. Staat het hier dan vol, zoals iedereen roept? ‘Zonder reservering kun je
het wel vergeten’ is ons wel honderd keer in de oren getoeterd. We wandelen
naar binnen bij Pink Lake Caravanpark. Geen probleem, we kunnen een plek
kiezen… 33 dollar zonder en 38 dollar met stroom, nauwelijks duurder dan het
National Park... De kleine stadscamping waar we vier jaar geleden stonden is
vol, maar de grote beach camping verderop heeft nog ‘vacancies’, 39 dollar met
stroom… We halen 1000 dollar uit de muur en kopen voor 42 dollar een bak bier in
de bottle shop voor de Nullarbor. Op de Nullarbor komen mensen om van de dorst,
is ons verteld, en dat risico willen we niet lopen. We rijden na de lunch
verder naar Norseman. Norseman is het begin van de Nullarbor route, 1200 kilometer van
Norseman tot de eerstvolgende stad, Ceduna in Zuid Australië. We tanken in
Norseman de laatste ‘goedkope’ benzine (1,73 per liter) en dan rijden we nog 100 kilometer naar
Fraser Station, waar we willen overnachten.
Op Fraser Station
raast een echte thunderstorm over ons heen, zie het blog Thunderstorm. En we
maken kennis met Ian Retallack, die met twee paarden, een hond en een huifkar
bezig is aan het omronden van Australië. 15000 kilometer,
schat hij, de eerste 1000 heeft hij er nu opzitten. Zijn doel is geld in te
zamelen voor kanker onderzoek. Over Ian schrijf ik binnenkort een afzonderlijk
blog.
De Nullarbor
route (‘geen boom’ betekent Nullarbor, maar dit is behoorlijk gelogen!) loopt
van Norseman in West Australië naar Ceduna in Zuid Australië, totaal 1181 kilometer.
Daartussen alleen een aantal roadhouses, waar je kunt tanken, eten en slapen.
De enige uitzonderingen zijn Eucla (698 kilometer van
Norseman), waar naast het roadhouse ook nog wat mensen wonen (onder andere een
politieman en een verpleegster, volgens de plaatselijke bewegwijzering) en
Penong (1106
kilometer van Norseman), dat een echt stadje is. Tussen
de roadhouses is niets, echt niets… Nou ja, elke 40 kilometer ligt er
langs de weg een merkwaardig door zonne-energie aangedreven zendstation, maar
wat er gezonden wordt???. Verder alleen scrub, lage bomen en struiken, soms ook
hogere bomen en struiken, en een betrekkelijk kort stuk (ik schat misschien 100 kilometer) waar
je echt ‘nullarbor’ tegen zou kunnen zeggen. Af en toe is er een bordje van het
bevoegd gezag, dat meedeelt waar je een foto moet maken, ook daar hoef je niet
zelf over na te denken.
Hier moet je een foto maken. De Great Australian Bight. |
De Nullarbor
route is aangelegd in 1941, om het leger snel te kunnen verplaatsen. De wereld
stond in brand, en of Australië zelf bij de oorlog betrokken zou raken was
onduidelijk. Een snelle verbinding was gewenst, en in tijden van oorlog komen
er allemaal fondsen los, die er normaal niet zijn. Tot dat moment was er alleen
een karrenspoor. Eind zestiger jaren is met de asfaltering begonnen. De route
heeft lange tijd bekend gestaan als moeilijk en gevaarlijk. Dat sprookje
probeert men een beetje in stand te houden met het uitreiken van fraaie diploma’s
met daarop teksten als ‘I did the Nullarbor’, maar het slaat feitelijk nergens
meer op. Het aantal roadhouses neemt gestaag toe, net als het aantal reizigers.
We hebben zorgvuldig geteld, zowel in 2009 als nu in 2014. In 2009 telden we 14
auto’s per uur en in 2014 30 auto’s per uur. Elke twee minuten een auto
(gemiddeld natuurlijk, soms duurt het vijf minuten, soms rijden er vier achter
elkaar). De helft is recreatie verkeer. Nee, van eenzaamheid geen sprake meer.
Bellen kun je bij de roadhouses of bij een (relatief schaarse) emergency
telephone langs de weg. Omdat er nergens in de outback nog mobiel
telefoonverkeer is (ik leg nog een keer uit waarom dat zo is), zul je als je
met je auto strandt iemand moeten vragen om bij het eerstvolgende roadhouse een
hulpverlener te bellen. Dan zal het wel even duren voordat er iemand is, maar
de kans dat je reddeloos en vertwijfeld achterblijft op de Nullarbor is echt
nul…
Hieronder een
lijstje van de hele route van west naar oost. Alle roadhouses, met
brandstofprijzen januari 2014 en de afstanden.
Norseman, Caltex, 1,73/l, 0 km
Fraser Station,
GEEN BRANDSTOF, alleen overnachten, 100 km
Balladonia, BP 6:00-22:00, 2,09/l, 191 km
Caiguna, BP 24h, 2,09/l, 374 km
Cocklebiddy, BP 6:30-22:00, 2,11/l, 438 km
Madura, Shell 6:30-22:00, 2,08/l, 521 km
Mundrabilla, Mobil 6:00-21:00, 1,96/l, 636 km
Eucla, Caltex 6:30-21:00, 1,96/l, 698 km
Border
Village, BP 24h, 2,09/l,
710
Nullarbor, Mobil 7:00-22:00, 2,05/l, 884 km
Nundroo, Liberty
7:30-10:30, 1,68/l, 1030 km
Penong, Caltex 24h NO GAS, 1,65/l, 1106 km
Ceduna, Shell
24h, 1,66/l, 1181 km
De brandstofprijs
schiet op de Nullarbor meteen naar over de 2 dollar per liter. ‘Goedkoop’
tanken kun je in Norseman en de eerstvolgende is dan Nundroo na 1030 kilometer. Wie
die 1030 kilometer
kan overbruggen, heeft geluk, alle anderen zullen minstens een keer voor rond
de 2 dollar moeten tanken. Voor wie scherp wil calculeren nog een waarschuwing:
Op de Nullarbor waait het bijna altijd, en nog hard ook. Bij tegenwind schiet
je brandstofverbruik omhoog. Wij reden de eerste dag 620 kilometer op een
volle hoofdtank van 70
liter (we hebben ook nog een vaste hulptank in de auto van
ruim 60 liter),
maar de tweede dag kwamen we met tegenwind maar tot 480 kilometer op
dezelfde 70 liter
brandstof!
En wie de
Nullarbor op de fiets wil gaan doen: Op de Nullarbor waait het bijna altijd, en
nog hard ook! We kwamen deze keer twee fietsers tegen op de hele route, vier
jaar geleden waren dat er zeven.
Laatste woorden
over de Nullarbor: Bij Border Village is de grens tussen West Australië en Zuid
Australië. Van die grens merk je niets, net als tegenwoordig in de meeste
landen van Europa. Maar bij Ceduna, bijna 500 kilometer
verderop, staat wel degelijk een grensstation, met slagboom en alles er op en
aan. Daar wordt gecontroleerd op fruit en groenten en andere waren die een pest
zouden kunnen zijn voor Zuid Australië. Deze keer mochten we de wortelen en
aardappelen gewoon houden, maar de sinaasappelen en tomaten hebben we moeten
inleveren. Hou er rekening mee bij het inkopen als je de grens nadert. Een kilo
tomaten kost in de supermarkt 8 dollar… Honing was de vorige keer een grote
bedreiging, maar deze keer blijkbaar ongevaarlijk, niemand vroeg er naar. De
beste strategie: Rij gewoon naar het grensstation en zeg daar, wat je in je
auto hebt. Begin dus niet op voorhand van alles weg te gooien (dergelijke
oproepen staan overal langs de weg). De ambtenaren zijn vriendelijk en doen je
niks, als ze maar niet de indruk krijgen dat je iets probeert mee te smokkelen
zonder het aan te geven. Geef het aan, en zij vertellen je wel wat mee mag en
wat niet. Als je niets bij je hebt, hoef je zeker niets in te leveren…
Zie verder de
plaatjes voor wat indrukken.
16 januari omstreeks 11 uur |
17 januari omstreeks 11 uur |
De harde natuur brengt heel veel fraais voort! |
Nullarbor Roadhouse is het zat! |
Dit is het caravan park bij Nullarbor roadhouse. Geen wonder dat hier niemand staat. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten