vrijdag 31 januari 2014

Adelaide, de Botanical Garden


Adelaide, de Botanical Garden

30 januari 2014

Adelaide heeft een fraaie botanische tuin. Die begint op een paar passen van Rundle Street, de belangrijkste winkelstraat van Adelaide. En dat is tekenend voor Adelaide. Rond de hele oude stad is een brede groenzone gehandhaafd. De nieuwbouw van Adelaide begint buiten die zone, in de groenzone wordt niet gebouwd. Die groenzone is een voortdurende zorg voor de gemeente, want Eucaliptus bomen zijn niet erg stabiel. Er breekt gemakkelijk een tak af en soms waaien er hele bomen om. In de krant zie je mensen klagen over het feit, dat de gemeente teveel oude bomen kapt in de groenzone, en tegelijk zie je mensen klagen dat de gemeente te weinig oude bomen kapt en er dus gevaar ontstaat voor have en goed. Geen gemakkelijke opgave om daar het gulden midden te vinden. Hoe dan ook, dankzij dit groene beleid heeft Adelaide een grote botanische tuin op wandelafstand van de city. Laten we hopen, dat geen enkel gemeentebestuur bezwijkt voor de verleiding, om stukjes van die peperdure groene grond te verkopen aan ‘developpers’…

Een botanische tuin moet je beleven, zien, ruiken, voelen. Kom dus vooral zelf een keer kijken, het is ruim de moeite waard. Een paar foto’s alvast, om een eerste indruk te geven…

De Nelumbo nucifera ofwel Sacred Lotus. Buddhisten zeggen, dat dit de bloem is waarin Buddha zit. Het is het symbool van eeuwig leven


Uitgebloeid ziet de lotus er nog steeds prachtig uit.




 
De Nymphaea cearulea ofwel de Blauwe Lotus van Egypte. Ook in Egypte werd de lotus vereerd als een heilige bloem.



 
Een Australische schoolklas. Nog heel Engels in schooluniform.




  

 
Hartenvrouw....

Adelaide, het Migration Museum


Adelaide, het Migration Museum

29 januari 2014

In alle musea die we in Australië hebben bezocht, begint de geschiedenis van Australië bij de aankomst van de eerste blanke settlers, grofweg tussen 1770 en 1836. In Adelaide hebben we een uitzondering op deze regel gevonden, het Migration Museum. In dit museum begint de geschiedenis van Australië met het lot van de oorspronkelijke bewoners na de blanke invasie. Ik geef hieronder wat teksten van het museum.

‘Voor de oorspronkelijke bewoners waren leven en cultuur niet te scheiden van het land. Voor aboriginals was het land heilig. Het gebied dat nu ‘Adelaide’ wordt genoemd was voor de Kaurna (de aboriginal groep die in dit gebied leefde GS) het gebied van een voorvader uit de Dreamtime, de Rode Kangoeroe.

Voor de Europeanen was land persoonlijk eigendom en bron van financieel gewin. De Europeanen claimden het land door het bouwen van hekken, waarmee ze anderen van het gebruik van die grond uitsloten. De blanken vernietigden voedsel- en waterbronnen van de aboriginals en introduceerden daarvoor in de plaats gewassen en vee, maar ook ziektes en alcohol.’

De eerste settlers arriveerden in Zuid Australië in 1836. Gouverneur George Gawler (de naamgever van de Gawler Ranges) sprak in 1838 op een ‘verzoenings’ feest dat hij gaf voor de plaatselijke aboriginals de volgende woorden: ‘Zwarte mensen, wij willen jullie gelukkig maken. Maar jullie kunnen niet gelukkig zijn, tenzij jullie goede witte mannen imiteren. Bouw hutten, draag kleren, werk en wees nuttig. Maar boven alles kunnen jullie niet gelukkig zijn tenzij jullie van God houden, die hemel en aarde gemaakt heeft, en mensen en alle dingen. Houd van witte mannen. Houd van andere stammen zwarte mensen. Leer Engels.’

Verzet werd met Engels wetgeving (ik gebruik hier bewust niet het woord ‘recht’) en bijbehorend geweld beantwoord.

Het absolute -en daarom bijna onoverbrugbare- verschil in denken tussen aboriginals en blanken heb ik het beste weergegeven gezien in een muurschildering in het Pichi Richi spoorwegstation in Port Augusta. De gang van de voordeur van het station naar het perron heeft twee muurschilderingen over de hele lengte en hoogte. De linkse muurschildering is gemaakt door een blanke kunstenaar, de rechtse door een aboriginal kunstenaar. Beide schilderingen zijn ongeveer 3 meter hoog en 10 meter lang. Links: Mensen, machines, schapen auto’s, treinen… Rechts: Alleen maar landschap, met voor wie heel goed zoekt op ongeveer twee derde van de schildering boven twee hele kleine onbeduidende mensjes…

Port Augusta Pichi Richi station. De blanke linkerkant van de muurschildering.

De aboriginal rechter kant van de muurschildering.




dinsdag 28 januari 2014

Wildlife


Wildlife

Ik schreef al een paar keer, dat je meer ‘wildlife’ ziet op campings dan in de natuur zelf. In de foto’s hieronder heb ik geprobeerd de reden daarvoor te vangen in beelden: vogels die druk zijn met een waterkraan.

Vogels hebben water nodig, en de natuur blijkt wat dat betreft geen betrouwbare leverancier. Na regen is er vaak teveel water. Drie dagen later is de grond weer droog, een week later is er nergens meer een poel te vinden, tot de volgende regen valt. Wat moet je daarmee als vogel???

Dorst lijden tot de volgende regen? No way! Er blijken dieren rond te lopen, die over heel betrouwbare bronnen van water beschikken: mensen! Als je daar een beetje in de buurt blijft, dan hoef je nooit meer dorst te lijden!

Vooral de raven op Fraser Station waren heel komisch (foto 6). We hadden de kraan niet helemaal vast dicht gedraaid, een drup per 20 seconden. De raven stonden onder de kraan te wachten op de drup, maar iedere keer als die dan kwam, dan schrokken ze zo geweldig dat ze wel een halve meter de lucht in sprongen en aan drinken helemaal niet toekwamen. De raaf op foto 5 is duidelijk bezig met een poging, de kraan wat verder open te draaien, of niet soms?






Deze raaf heeft goed in de gaten hoe het werkt, nu nog de uitvoering.

Waiting for the drop...

Uiteindelijk hebben we maar een bakjemet water onder de kraan gezet, is een stuk gemakkelijker voor die dorstige beestjes..




zondag 26 januari 2014

Ceduna naar Adelaide


Ceduna naar Adelaide, via Port Augusta

20 januari tot en met 26 januari 2014

We blijven drie nachten (17, 18 en 19 januari) in Ceduna op caravan park Shelly Beach (31 dollar met stroom). Na Karinyup bij Perth en de camping bij Hopetoun het beste caravanpark van deze reis tot nu toe. Privé badkamertjes met toilet, wastafel en douche, een fraaie gemeenschapsruimte en alles schoon!  Bij een wandeling naar het strand struikelen we over onze eerste echte Australische slang, polsdik en 4 meter lang… Nee hoor, hij was maar pinkdik en 80 centimeter lang, en veel banger van ons dan wij van hem (of haar?).

Uitgerust en opgeruimd vertrekken we op 20 januari naar Adelaide, via een paar tussenstopjes. De eerste tussenstop is Pildappa Rock bij Minnipa. Allemaal nostalgie, want hier waren we vier jaar geleden ook. Pildappa Rock is een van de vele granieten ‘outcrops’ die Australië rijk is. Allemaal wheat rondom ons heen, zo ver het oog reikt. Maar de rock is nog steeds een fraaie plek en deze keer blijven we een nacht. Alweer teveel wind… Zie de foto’s!

Pildappa Rock bij Minnipa, Eyre Pininsula


Allemaal graan, zover het oog reikt.

De beheerder van het openbare toilet in Minnipa heeft problemen...

Van Pildappa Rock gaan we via gravel naar de Gawler Ranges, ons eerste Zuid Australische National Park. 10 dollar entree per auto, en dan nog 10 dollar per auto als je een nacht wilt kamperen op een van de zes campgrounds die het park rijk is. Te betalen aan een self registration station aan de ingang. Geen ranger te zien… We doen keurig onze 10 dollar entree in het zakje. Of we willen overnachten in het park, weten we nog niet. We rijden met twee grey nomads uit Queensland een 10 kilometer lange 4x4 track naar ‘The Organ Pipes’. Dat is een formatie vier- tot zeskantige granieten peilers, die zomaar uit de grond oprijzen. De werkelijkheid is wat minder indrukwekkend dan de zeer bekwaam geënsceneerde foto’s in de brochure suggereren, maar samen met de rit er naar toe zeker de moeite waard. Een speciaal door het Gawler Ranges Marketing Committee ingehuurde kangoeroe hopt zelfs even voor ons in het rond, maar in poseren heeft hij even geen zin. Zie de foto’s…

De track naar de Organ Pipes in de Gawler Ranges

De ingehuurde kangoeroe doet zijn kunstje...

De orgelpijpen van de Gawler Ranges

Pas op! Remote Area

De Gawler Ranges zijn heel oud (1600 miljoen jaar, zeggen de marketeers, ‘maybe the oldest landscape on earth’). Wat we aantreffen is voormalig schapenland met lage bomen, die net beginnen te herstellen van de roofbouw van de afgelopen 100 jaar. We bezoeken drie campgrounds, maar we kunnen geen reden bedenken om er te willen overnachten. Er is helemaal niets, geen enkele voorziening, alleen het bordje ‘campground’. Als je wilt overnachten, moet je terug naar de ingang van het park om daar te betalen, een lokale ‘honesty pot’ is er niet.

Nee, hier worden we niet echt warm van, en we besluiten door te rijden naar Lake Gairdner, ongeveer 100 kilometer verderop. Dat is een heel groot zoutmeer, waar af en toe snelheidsproeven met auto’s worden gereden. En er is een campground, gratis, een mooie bestemming voor Hollandse en Schotse reizigers… We passeren een groot waarschuwingsbord met de mededeling, dat we Remote Area betreden en hier dus op ons zelf zijn aangewezen. Vooruit, dat moet dan maar. Helaas trekt de hemel dicht voordat we bij het meer zijn, maar indrukwekkend is het wel. Zie de foto’s…


Laag en oeroud heuvelland, allemaal gravel, maar goed bewegwijzerd

Lake Gairdner


We zijn er intussen aan gewend, maar als het afgelegen wordt, dan is er niemand. De mega ‘outback’ caravans -die we regelmatig tegenkomen op het asfalt- komen blijkbaar niet op de gravel road. We staan dus weer alleen op deze campground. We krijgen een warm Grieks gevoel, want overal rondom ons tjirpen de cicaden. Deze keer krijgen we ze zelfs te zien. Zie de foto’s.


De cicade van Lake Gairdner

Ons kamp

Soms is het wel plezierig als je een 4x4 hebt.

Wat je onderweg allemaal tegenkomt... De wegwijzer naar Ive Station. Daar kun je overnachten als je wilt.

Droge rivieren, alles zout

Ondanks de dreigende donkergrijze lucht blijft het droog. We rijden naar Port Augusta. Port Augusta heeft voor ons een hele boel regen in petto. Hoezo droog land??? We staan alweer op onze camping afvoergoten schoon te maken en greppels te graven om te voorkomen, dat het water dwars door onze tent stroomt. Als we na twee dagen vertrekken, regent het nog steeds en we pakken alles drijfnat in. Hopelijk is het droog in Adelaide, anders hebben we een probleem… Zie de foto’s.

Port Augusta, regen!

Onderweg naar Adelaide, regen!

In Adelaide schijnt de zon! We proberen ‘onze’ camping, camping Adelaide, aan het riviertje de Torrens op loopafstand van de binnenstad. We stonden hier al twee keer, maar deze keer vangen we bot. Er is een grote wielermanifestatie in Adelaide, de Santos World Tour Down Under (http://www.tourdownunder.com.au). ‘This time the world watches us’, volgens de glossy brochure. Hebben jullie er in Nederland al wat van gezien??? Een soort Tour de France van Australië. In ieder geval is de camping helemaal vol, en we komen er niet in. Een camping verderop aan de Torrens, nog steeds dicht bij de binnenstad, willen ze 40 dollar per nacht voor een piepklein plekje in de volle zon. Nee, zo hoog is onze nood niet en we bedanken vriendelijk. Op 7 kilometer ten zuidoosten van de stad vinden we Brownhill Creek Tourist Park. Een oase van rust, prachtige oude bomen, groen gras, plek genoeg voor tenten maar alleen zonder stroom. Voor ons geen probleem, we boeken in voor drie dagen. 

Ons plekje op Brownhill Creek Tourist Park, 7 km zuid van  Adelaide. De koala woont in de boom achter ons.

Onze buren attenderen ons op de koala in de Gum Tree naast ons! Onze eerste ‘wilde’ koala in Australië! Ja, voor wildlife moet je op de camping zijn, ik zei het al eerder… 

Onze eerste 'wilde' koala.

In de loop van de avond horen we, dat onze buren in de stad zijn om zijn jongste zoon te begraven! Zichzelf doodgereden op een bochtig weggetje bergaf. Op het foute spoor geraakt en frontaal in een tegenligger, die nu zwaar gewond voor zijn leven vecht. Hij is 26 jaar geworden, vrouw (van 21!) en twee kinderen blijven achter. De politie heeft zijn lichaam pas gisteren vrijgegeven, vanwege onderzoek naar alcohol en drugs en zo. De begrafenis is vrijdag, omdat er nog familie uit Queensland moet komen. Een eindeloze tijd van wachten. Wat kun je zeggen tegen deze mensen??? We babbelen wat, over de koala en over het weer…

We blijven een tijdje in Adelaide. Op deze camping of op onze ‘eigen’ camping weten we nog niet. We zien wel wat er morgen op deze camping gebeurd, misschien komt er wel een fraai plekje vrij. Morgen eindigt de Australische zomervakantie en moeten alle kindertjes weer naar school.

Dan is de wereld weer gezond en behoren de caravanparks weer aan de grey nomads, aan ons dus…

Nog een toegift:

Australie is een rijk land, en dat vindt je terug in de supermakten
Dit kwam vanmorgen achter onze tent langs! 1908 of zoiets, dat zie je niet vaak in het wild.
 







zaterdag 18 januari 2014

Andere tijden


Andere tijden

Zondag 19 januari 2014.

We zijn nu in Ceduna, Zuid Australië.  In Zuid Australië is het 2,5 uur later dan in West Australië! In West Australië was het tijdsverschil met Nederland 7 uur. Nu is dat dus 9,5 uur.

Kort samengevat: In Nederland is het voorlopig 9,5 uur VROEGER dan bij ons.

Ik meld wel weer, als we in een andere tijdzone komen.


De Nullarbor


De Nullarbor

13 januari tot en met 19 januari 2014

Op 13 januari vertrekken we uit Hopetoun en nemen de onverharde Beach Road naar Esperance, ongeveer 200 kilometer. 2 Mile Beach, 5 Mile Beach, 12 Mile Beach, 13 Mile Beach, Mason Bay, Starvation Bay…, na 120 kilometer zijn we bij Stokes national Park en we geven het op. Er is een campground en we boeken in. Nee, voor de goedkoopheid hoef je niet in een National Park te gaan kamperen. 12 dollar toegang tot het park en dan nog 10 dollar per persoon per nacht voor de camping. Natuur voor wie het betalen kan, we zien deze trend al langer, maar in West Australië maken ze het intussen wel heel bont. De bezetting is heel matig, hoogstens 50 %, ondanks het hoogseizoen. Als we er de Resident National Park Volunteer naar vragen, zegt hij dat iedereen DENKT dat het hier vol staat in het hoogseizoen, en dat de mensen daarom weg blijven tot februari, als de zomervakanties voorbij zijn. In februari komen de senioren weer los... 

We rijden even langs Esperance, vooral uit nieuwsgierigheid. Dit is het ‘Zandvoort’ van de regio. Staat het hier dan vol, zoals iedereen roept? ‘Zonder reservering kun je het wel vergeten’ is ons wel honderd keer in de oren getoeterd. We wandelen naar binnen bij Pink Lake Caravanpark. Geen probleem, we kunnen een plek kiezen… 33 dollar zonder en 38 dollar met stroom, nauwelijks duurder dan het National Park... De kleine stadscamping waar we vier jaar geleden stonden is vol, maar de grote beach camping verderop heeft nog ‘vacancies’, 39 dollar met stroom… We halen 1000 dollar uit de muur en kopen voor 42 dollar een bak bier in de bottle shop voor de Nullarbor. Op de Nullarbor komen mensen om van de dorst, is ons verteld, en dat risico willen we niet lopen. We rijden na de lunch verder naar Norseman. Norseman is het begin van de Nullarbor route, 1200 kilometer van Norseman tot de eerstvolgende stad, Ceduna in Zuid Australië. We tanken in Norseman de laatste ‘goedkope’ benzine (1,73 per liter) en dan rijden we nog 100 kilometer naar Fraser Station, waar we willen overnachten.

Op Fraser Station raast een echte thunderstorm over ons heen, zie het blog Thunderstorm. En we maken kennis met Ian Retallack, die met twee paarden, een hond en een huifkar bezig is aan het omronden van Australië. 15000 kilometer, schat hij, de eerste 1000 heeft hij er nu opzitten. Zijn doel is geld in te zamelen voor kanker onderzoek. Over Ian schrijf ik binnenkort een afzonderlijk blog.

De Nullarbor route (‘geen boom’ betekent Nullarbor, maar dit is behoorlijk gelogen!) loopt van Norseman in West Australië naar Ceduna in Zuid Australië, totaal 1181 kilometer. Daartussen alleen een aantal roadhouses, waar je kunt tanken, eten en slapen. De enige uitzonderingen zijn Eucla (698 kilometer van Norseman), waar naast het roadhouse ook nog wat mensen wonen (onder andere een politieman en een verpleegster, volgens de plaatselijke bewegwijzering) en Penong (1106 kilometer van Norseman), dat een echt stadje is. Tussen de roadhouses is niets, echt niets… Nou ja, elke 40 kilometer ligt er langs de weg een merkwaardig door zonne-energie aangedreven zendstation, maar wat er gezonden wordt???. Verder alleen scrub, lage bomen en struiken, soms ook hogere bomen en struiken, en een betrekkelijk kort stuk (ik schat misschien 100 kilometer) waar je echt ‘nullarbor’ tegen zou kunnen zeggen. Af en toe is er een bordje van het bevoegd gezag, dat meedeelt waar je een foto moet maken, ook daar hoef je niet zelf over na te denken.

Hier moet je een foto maken. De Great Australian Bight.


De Nullarbor route is aangelegd in 1941, om het leger snel te kunnen verplaatsen. De wereld stond in brand, en of Australië zelf bij de oorlog betrokken zou raken was onduidelijk. Een snelle verbinding was gewenst, en in tijden van oorlog komen er allemaal fondsen los, die er normaal niet zijn. Tot dat moment was er alleen een karrenspoor. Eind zestiger jaren is met de asfaltering begonnen. De route heeft lange tijd bekend gestaan als moeilijk en gevaarlijk. Dat sprookje probeert men een beetje in stand te houden met het uitreiken van fraaie diploma’s met daarop teksten als ‘I did the Nullarbor’, maar het slaat feitelijk nergens meer op. Het aantal roadhouses neemt gestaag toe, net als het aantal reizigers. We hebben zorgvuldig geteld, zowel in 2009 als nu in 2014. In 2009 telden we 14 auto’s per uur en in 2014 30 auto’s per uur. Elke twee minuten een auto (gemiddeld natuurlijk, soms duurt het vijf minuten, soms rijden er vier achter elkaar). De helft is recreatie verkeer. Nee, van eenzaamheid geen sprake meer. Bellen kun je bij de roadhouses of bij een (relatief schaarse) emergency telephone langs de weg. Omdat er nergens in de outback nog mobiel telefoonverkeer is (ik leg nog een keer uit waarom dat zo is), zul je als je met je auto strandt iemand moeten vragen om bij het eerstvolgende roadhouse een hulpverlener te bellen. Dan zal het wel even duren voordat er iemand is, maar de kans dat je reddeloos en vertwijfeld achterblijft op de Nullarbor is echt nul…

Hieronder een lijstje van de hele route van west naar oost. Alle roadhouses, met brandstofprijzen januari 2014 en de afstanden.

Norseman, Caltex, 1,73/l, 0 km
Fraser Station, GEEN BRANDSTOF, alleen overnachten, 100 km
Balladonia, BP 6:00-22:00, 2,09/l, 191 km
Caiguna, BP 24h, 2,09/l, 374 km
Cocklebiddy, BP 6:30-22:00, 2,11/l, 438 km
Madura, Shell 6:30-22:00, 2,08/l, 521 km
Mundrabilla, Mobil 6:00-21:00, 1,96/l, 636 km
Eucla, Caltex 6:30-21:00, 1,96/l, 698 km
Border Village, BP 24h, 2,09/l, 710
Nullarbor, Mobil 7:00-22:00, 2,05/l, 884 km
Nundroo, Liberty 7:30-10:30, 1,68/l, 1030 km
Penong, Caltex 24h NO GAS, 1,65/l, 1106 km
Ceduna, Shell 24h, 1,66/l, 1181 km

De brandstofprijs schiet op de Nullarbor meteen naar over de 2 dollar per liter. ‘Goedkoop’ tanken kun je in Norseman en de eerstvolgende is dan Nundroo na 1030 kilometer. Wie die 1030 kilometer kan overbruggen, heeft geluk, alle anderen zullen minstens een keer voor rond de 2 dollar moeten tanken. Voor wie scherp wil calculeren nog een waarschuwing: Op de Nullarbor waait het bijna altijd, en nog hard ook. Bij tegenwind schiet je brandstofverbruik omhoog. Wij reden de eerste dag 620 kilometer op een volle hoofdtank van 70 liter (we hebben ook nog een vaste hulptank in de auto van ruim 60 liter), maar de tweede dag kwamen we met tegenwind maar tot 480 kilometer op dezelfde 70 liter brandstof!

En wie de Nullarbor op de fiets wil gaan doen: Op de Nullarbor waait het bijna altijd, en nog hard ook! We kwamen deze keer twee fietsers tegen op de hele route, vier jaar geleden waren dat er zeven.

Laatste woorden over de Nullarbor: Bij Border Village is de grens tussen West Australië en Zuid Australië. Van die grens merk je niets, net als tegenwoordig in de meeste landen van Europa. Maar bij Ceduna, bijna 500 kilometer verderop, staat wel degelijk een grensstation, met slagboom en alles er op en aan. Daar wordt gecontroleerd op fruit en groenten en andere waren die een pest zouden kunnen zijn voor Zuid Australië. Deze keer mochten we de wortelen en aardappelen gewoon houden, maar de sinaasappelen en tomaten hebben we moeten inleveren. Hou er rekening mee bij het inkopen als je de grens nadert. Een kilo tomaten kost in de supermarkt 8 dollar… Honing was de vorige keer een grote bedreiging, maar deze keer blijkbaar ongevaarlijk, niemand vroeg er naar. De beste strategie: Rij gewoon naar het grensstation en zeg daar, wat je in je auto hebt. Begin dus niet op voorhand van alles weg te gooien (dergelijke oproepen staan overal langs de weg). De ambtenaren zijn vriendelijk en doen je niks, als ze maar niet de indruk krijgen dat je iets probeert mee te smokkelen zonder het aan te geven. Geef het aan, en zij vertellen je wel wat mee mag en wat niet. Als je niets bij je hebt, hoef je zeker niets in te leveren…

Zie verder de plaatjes voor wat indrukken.




16 januari omstreeks 11 uur

17 januari omstreeks 11 uur

De harde natuur brengt heel veel fraais voort!

Nullarbor Roadhouse is het zat!

Dit is het caravan park bij Nullarbor roadhouse. Geen wonder dat hier niemand staat.