donderdag 12 december 2013

Wave Rock en Southern Cross


Van Bunbury naar Wave Rock en Southern Cross

4 december tot en met 9 december 2013

We vertrekken rond 9:30 van onze natuurcamping in Leschenault National Park bij Bunbury met als bestemming voor vandaag Hyden, ongeveer 300 kilometer naar het  oosten via Collie, Narrogin, Wickepin, Kulin en Kondinin, allemaal prima twee baans highway. De auto op cruise control, elke 12 minuten een tegenligger… Eerst vooral heuvelachtig groen boslandschap, maar na 100 kilometer gaat het landschap geleidelijke over in de ‘wheatbelt’, hele grote graanvelden aangenaam verpakt in groene bosjes eucalyptus. We voelen ons helemaal in AustraliĆ« en genieten van de rust, de eindeloze lege wegen, de blauwe lucht met witte schapenwolkjes en de prachtige bomen, die met losse hand door het landschap zijn gestrooid. En de warmte! Het is weer 30+ zoals het hoort! In de buurt van Wickepin zien we een combine in de weer met de graanoogst en we stoppen voor wat foto’s. We maken een praatje met de bestuurder, Phil Brown, 69 jaar, 4 dochters en vijf kleinkinderen, maar geen opvolger… Hij ‘harvest’ nu het land van zijn oudere broer -die is 70- en hij wil eigenlijk over een of twee jaar zelf met pensioen, maar hoe het dan verder moet met het land weet hij niet. ‘De kinderen werken liever ‘in the mines’ en zijn niet meer tevreden met het saaie leven op een boerderij. Vaak verkopen de kinderen meteen na het overlijden van de ouders het land om te ‘cashen’. 700 dollar per ha levert landbouwgrond hier op, als het hele goede grond is wel 1000’, zegt Phil.  Ik beloof hem wat foto’s te sturen… 

Phil Brown op zijn harvester in de Wheatbelt bij Wickepin


In de namiddag rollen we het plaatsje Hyden binnen. Een typisch outback stadje, hele brede straten, hier en daar een huis, een supermarkt, een hotel, een tankstation… Wave Rock caravan park ligt drie kilometer voorbij Hyden. 38 dollar met stroom, 30 dollar zonder stroom, een handvol gasten. Die 38 dollar is wel inclusief de toegangsprijs tot Wave Rock -die 10 dollar per auto blijkt te bedragen- en 4 cent per liter korting bij de Liberty benzinepomp in Hyden. Zo gezien valt het nog een beetje mee.

Over Wave Rock gaan veel verhalen de ronde. Sommigen zeggen dat het een ‘must see’ is, anderen dat je heel goed verder kunt leven zonder het gezien te hebben. Na inspectie sluiten we ons aan bij de laatste groep. Vanaf onze camping is het maar 100 meter naar de rock en we gaan meteen even kijken. De hele wave is goed 120 meter lang en 15 meter hoog. 

Wave Rock met een toerist

Als je er naar toe loopt, dan zie je wat op alle toeristenfoto’s zorgvuldig wordt weggelaten: Een betonnen muurtje van ongeveer 50 centimeter hoog over de hele lengte van de rock. Mijn ogen doen pijn van de lelijkheid! Een echte verkrachting van dit kunstwerk van de natuur. Het muurtje blijkt al in 1928 te zijn gebouwd met als doel om regenwater af te leiden naar een damm aan het einde van de rock. Een goede gedachte natuurlijk, als je water nodig hebt. En de pioneers hadden water nodig, veel water… Intussen komt het drinkwater via een pijpleiding uit Perth en wordt het water van de damm gebruikt om het golfterrein te bewateren… 

Wave Rock met rainwater catchment


De shire heeft een parkeerautomaat geplaatst op de parking naast de rock. Inderdaad: 10 dollar per auto (maximaal 4 inzittenden staat er bij, niet alleen het ‘Zeeuws Meisje’ let op de kleintjes), en 5 dollar per persoon als je op de fiets komt…, te betalen in de kiosk. Ik word altijd wat wrevelig als ik zie, dat de overheid een hek rond een natuurschouwspel plaatst en vervolgens geld vraagt om naar de natuur te mogen kijken. Natuur is toch per definitie van ons allemaal en niet een ‘product’ waar je geld voor kunt vragen? Ook mensen zonder geld moeten van de natuur kunnen genieten.

De volgende ochtend wandelen we nog eens over de rock en dan hebben we het eigenlijk wel gezien. We besluiten naar het zuiden naar de kust te rijden, maar bij het kruispunt op de hoek van de camping zien we een bordje naar het noorden wijzen: ‘Southern Cross, 180 km’. ‘Weet jij iets van Southern Cross’ vraag ik aan Marianne. ‘Nee, geen idee’ is het antwoord. ‘Moeten we dan niet eens gaan kijken’ is de volgende vraag’. ‘Ja, dat lijkt me wel een goed idee’. Op de kaart zien we, dat een groot deel van de route onverhard is, en dat maakt het extra aantrekkelijk. We informeren even bij de tourist information. ‘Er is gisteren nog iemand van Southern Cross gekomen’ zegt de vriendelijke dame, ‘en die zei dat de weg prima was’. We tanken af. Nee, niet bij Liberty met 4 cent korting, maar bij BP zonder korting. Liberty wil 1,62 dollar per liter minus 4 cent is 1,58 dollar. BP doet het zonder korting voor 1,559 dollar, toch mooi 2 cent goedkoper! Niet alleen het ‘Zeeuws Meisje’ let op de kleintjes, toch?

De eerste 30 kilometer zijn nog verhard en kort voor de gravel begint, lunchen we langs de weg. De gravel is inderdaad in prima staat en we scheuren met 80 kilometer per uur verder, nu met een grote stofwolk achter de auto. Veel wheat velden links en rechts, maar ook tientallen kilometers natuur, een fraaie route.

Lunch langs de weg van Hyden naar Southern Cross

Mooie gravel road van Hyden naar Southern Cross

En zo ziet een gravel road er uit in de achteruitkijkspiegel


Southern Cross ligt op de grens van de wheatbelt en de goldfields. Southern Cross is een pioneers stadje en heeft nu een verzorgingsfunctie voor de regio. 

De hoofd-winkelstraat van Southern Cross


Al deze stadjes hebben een caravan park. Deze caravan parks hebben eigenlijk maar een beperkte functie voor toeristen, de meeste klanten zijn ‘vaste bewoners’ en mensen die tijdelijk ergens in de buurt werk hebben. Maar als toerist kun  je er ook terecht, natuurlijk. We vinden een plekje met wat schaduw, maar krijgen met geen geweld de haringen de grond in. Zo hard, dat het lijkt alsof je op beton staat te kloppen. Van een paar caravans verderop komt een man aanslenteren, en na de verplichte vraag ‘ how are you doing, mate?’ (‘not so well I think…’) geeft hij instructie: Je pakt een emmer water, je maakt een dijkje rond de plek waar je een haring de grond in wilt hebben en dan vul je de zojuist gemaakte mini-polder met water. Herhalen, totdat de grond zacht genoeg is geworden om er een haring in te slaan. Dat is meestal binnen 20 minuten… En waarlijk: Het werkt! Net voor donker hebben we de tent staan, als een rots.

Southern Cross is niet heel spannend. Er zijn twee hotels, tevens bottle shop (we  betalen hier 47,20 dollar voor 30 cans van 375 ml XXXX -spreek uit: FourEx-, in Perth kregen we deze hoeveelheid bier voor 39,95 dollar), een aantal winkels, een IGA (de lokale Albert Hein). Dan nog een museum (dicht), een goudmijn (dicht), een Lookout met een fraai uitzicht over de stad. Aan de rand een groooooot kerkhof! In Southern Cross kunnen nog heel veel mensen dood gaan voordat er plaatsgebrek komt. Alles keurig ingedeeld naar religie, veel graven met fraaie marmeren grafstenen. Als we op de plattegrond kijken, zien we iets dat ons tot dat moment helemaal ontgaan was: Helemaal links bovenaan op het kerkhof liggen ‘indigenous’ begraven, en een rijtje dichter bij het gelovige volk nog ‘paupers’. Ja, het staat er echt zo. Omdat we voor vrijheid, gelijkheid en broederschap zijn , bezoeken we ook de graven van de indigenous en de paupers. We vinden ze in de uiterste linkse hoek van het kerkhof op een onverzorgd stukje grond. De graven blijken alleen te bestaan uit een betonnen paaltje met daarop een onleesbaar koperen plaatje… 

Het katholieke deel van de begraafplaats van Southern Cross

Het graf van een pauper op dezelfde begraafplaats.


Nadat we op het Southern Cross kerkhof op ons hebben laten inwerken hoe het met je afloopt -ongeacht wat je in het leven doet of bent- bezoeken we nog het pioneers kerkhof aan de andere kant van de stad. In tegenstelling tot Busselton hier geen goed bewaarde historie. Er zijn wat restanten van grafstenen van opgeruimde pioneers kerkhoven uit de buurt bij elkaar geveegd tot een ‘pioneers cemetery’. Maar een ding hebben ze heel goed gedaan in Southern Cross: Er hangt een lijst met alle namen van overledenen tussen 1891 en 1896, met leeftijd van overlijden en doodsoorzaak. Die lijst geeft een onthullend beeld van wat het betekende om ‘pioneer’ te zijn in AustraliĆ«! Ik kom er in een apart blog op terug. 

Wat je allemaal kunt tegenkomen rond Southern Cross...


Omdat het zoveel moeite heeft gekost om de haringen in de grond te krijgen, blijven we uiteindelijk vier nachten in Souhtern Cross. Op 9 december gaan we op zoek naar Jaurdi Station, een campground in een National Park, ongeveer 150 kilometer naar het oosten, richting Coolgardie en Kalgoorlie. Daarover gaat het volgende blog.

2 opmerkingen:

  1. Hoi George en Marianne,

    Wederom lekker zitten genieten van de mooie en boeiende verhalen. Samen met de foto's kun je je een goed beeld vormen van wat jullie beleven. En w.b.de ficus, zo met Marianne er naast geeft het al een aardig idee van de enorme omvang. Wat zijn die kamerplantjes hier dan miezerig he.
    Wat een aparte ervaring lijkt het me trouwens dat 's nachts de kangoeroes rond je tent grazen. Ik wist trouwens niet dat ze dat deden, dus gelijk ook weer iets geleerd. Ben verder erg benieuwd naar je blog over pioneer zijn in Australie en hoop dan gelijk iets te lezen over de indigenous (nooit van gehoord) en paupers. Kijk er naar uit. Intussen veel reis- en schrijfplezier verder.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, kangoeroes grazen graag, en daar kwamen de pioneers achter toen ze overal bomen kapten en het land in weidegrond voor hun koeien en schapen veranderden. De kangoeroes vonden al dat weiland een geweldig goed idee, en vermeerderden zich als konijnen! Indigenous is een ander woord voor aboriginals ('oorspronkelijke bewoners'). Het is nu 39 graden en de hittegolf komt MORGEN! Groeten!

      Verwijderen