Kalgoorlie
11 december tot
en met 22 december 2013
In Kalgoorlie
draait alles om goud.
In juni 1893
vonden drie Ieren, Paddy Hannan, Tom Flanagan en Dan Shea een klein stukje ten
westen van Mount Charlotte in een paar dagen tijd meer dan 100 ounces (een ounce is
iets meer dan 31 gram)
goud in nuggets. Zij reden haastig terug naar Southern Cross (230 kilometer), waar
ze hun vondst claimden. Korte tijd later vonden Sam Pearce en Will Brookman een
stukje verder nog veel meer goud. De ‘Golden Mile’ was geboren!
Het verhaal van
het goud ging als een lopend vuurtje en in 1900 woonden er in Kalgoorlie al
25000 mensen. In 1905 had de stad 6 banken, 3 brouwerijen, 26 hotels, 5
ziekenhuizen en honderden winkels. Al snel was Kalgoorlie een van de grootste
steden van West Australië. Hannan Street, de hoofdstraat van Kalgoorlie, heeft
nog een aantal prachtige gebouwen uit de begintijd, met al meest prominente
vertegenwoordigen het Court House.
Hannan Street Kalgoorlie op een grijze dag, gezien van het West Australia Museum. De 'kerktoren' is het Court House. |
De Super Pit op de achtergrond vanaf het West Australia Museum. Op de voorgrond een 'head frame' van een van de weinige nog bestaande mijnen. |
Kalgoorlie heeft
vijf caravanparks en we boeken in op de camping, die het dichts tegen de ‘Golden
Mile’ aanligt, Discovery Boulder. 20 dollar voor een tent, zonder stroom. We vinden
dat intussen heel goedkoop. Bovendien heeft deze camping een zwembad, en er is
een hittegolf in aantocht.
De hoofdingang van camping Discovery Boulder, met een oud 'head frame', want daarvan waren er een hele boel goedkoop te krijgen toen de Super Pit het werk van de mijnen overnam. |
Ons tentje op Discovery Boulder camping. Nee, veel schaduw is er niet. En druk is het hier ook niet. |
We vieren de verjaardag van buurvrouw Dee (21 is ze geworden, zegt ze, maar we geloven het niet echt) met lekkere chocolade cake. Liam, haar Schotse echtgenoot, is ambulance chauffeur. |
We vinden een plekje onder een bescheiden boompje,
dat ons wat schaduw gaat geven in de middag als het op z’n heetst is. En er is
–zoals op bijna alle Australische campings- een camp kitchen, maar dat is zo’n
bende, dat Marianne spontaan bij de directie gaat mopperen. Dat doen
Nederlanders veel gemakkelijker dan Engelsen en Australiërs -die klagen niet
graag- maar ze zijn het wel heel erg met Marianne eens en ze krijgt van de
medekampeerders veel complimentjes voor haar moedige gedrag. En het helpt! Er
komt een poetsmevrouw die de puinhoop min of meer in orde maakt. De volgende
ochtend bezoeken we meteen de andere vier caravanparks, maar het blijkt dat we
al het beste park hebben gevonden… We boeken dus maar een dagje bij op
Discovery Boulder.
We willen wat
rust en even nadenken over wat we nu gezien hebben. Daar steken we een hoop
tijd in, maar we zitten zeker ook niet helemaal stil.
We bezoeken de
lookout van de Super Pit, zoals de ‘Golden Mile’ nu heet. Australiërs
overdrijven graag een beetje (alles is ‘great’ en ‘super’ en elk strand is ‘pristine’),
maar deze keer mag SUPER met hoofdletters worden geschreven. Vanaf de lookout
opent zich een Grand Canyon voor ons, een gat in de grond van 3 kilometer lang, 1,3 kilometer breed
en rond de 600 meter diep! Dit was
tot 1990 de Golden Mile, met daarop 80 goudmijnen van 80 verschillende
eigenaren. Omdat het alluviale goud op de grond al was opgeraapt, moesten de
goudzoekers de grond in, en dat deden ze dus. Sam Pierce had een methode
ontwikkeld om goud uit het gesteente te halen, dus werd er via schachten en gangen
-vergelijkbaar met onze kolenmijnen- ‘rock’ omhoog gehaald, gemalen en chemisch
bewerkt om het goud er uit te halen. Maar de opbrengst per ton gesteente werd
steeds minder en er kon niet genoeg ‘rock’ via de schachten omhoog gehaald
worden om nog rendabel te kunnen ‘minen’. Rond 1980 begon de Australische
zakenman Alan Bond met het opkopen van mining rechten, maar pas in 1990 waren
zoveel mining rechten in een hand, dat er met ‘open cut’ mining kon worden
begonnen. ‘Open cut’ is wat de Duitsers doen met bruinkool, mega machines die
een mega gat graven. Vanaf toen ging het hard. In elke ton ‘rock’ zit maar een
paar gram goud, maar er worden elke dag heel veel tonnen ‘rock’ naar boven
gehaald, totaal wel 200.000 ton per etmaal! 200.000 maal een paar gram is heel
veel goud… Daarop draait de hele operatie.
De Super Pit. In het echt een stuk indrukwekkender dan op de foto... |
Dit zijn de achterwielen van een mining truck, 2300 pk... Een band kost 36.000 dollar. Per maand verbruikt de mijn 6 miljoen liter diesel... Foto KCGM. |
Om het allemaal
van wat dichterbij te kunnen zien, maken we een begeleide tour de Pit in. Een
fraaie airconditioned touringcar, Colin, de dispatcher van de mijn als
verteller. Als hij net zo goed dispatched als vertelt, is hij een hele goede
dispatcher. Als we het mega-gat inrijden, klinkt zijn opmerking ‘We keep our
footprint as small as possible’ wel heel grappig… In ieder geval doen ze hun
best om de gevolgen van hun activiteiten voor de medewerkers en de gemeenschap
van Kalgoorlie binnen de perken te houden, dat wordt wel duidelijk. Het ‘old
boys network’ is verdwenen, 30 % van de truckdrivers is vrouw. Veiligheid wordt
met een hoofdletter geschreven, drugs en alcohol in de mijn zijn taboe. Zero-tollerance…
In de hele stad staan stofmelders. Als er ergens een alarm afgaat, wordt
nagegaan of het stof van de mijn afkomstig is en als dat zo is, dan worden de
activiteiten tijdelijk gestopt. De mijn koopt alles in Kalgoorlie, tenzij ze
het echt niet lokaal kunnen krijgen. 200.000.000 dollar per jaar besteed de
mijn lokaal, zegt Colin. Er werken ongeveer 300 mensen rechtstreeks voor de
mijn, maar veel onderhoudswerk wordt via lokale ‘contractors’ afgewikkeld.
Drie dingen
blijven opmerkelijk buiten beeld: Hoe werkt het chemische proces waarmee het
goud aan het gesteente wordt onttrokken, waar gaat het geld naar toe dat hier
verdiend wordt en wat gebeurt er met Kalgoorlie als de Super Pit sluit.
‘Some nasty
chemicals’ is alle informatie die we krijgen over het chemische proces van
goudwinning, maar welke ‘chemicals’ dat zijn en hoe milieuschade wordt
voorkomen, blijft onduidelijk.
Over de
eigendomsverhoudingen en waar het geld naar toe gaat dat hier wordt verdiend,
horen we ook niets van Colin. De huidige eigenaren van de Super Pit zijn twee internationale
bedrijven, Newmont Australia en Barrick Gold of Australia, ontdek ik later. Die
zijn samen eigenaar van Kalgoorlie Consolidated Gold Mines Pty (KCGM), die het
feitelijke graafwerk doet. Geen woord over de condities waaronder zij mogen ‘minen’
in Australië. Het is helder, dat het goud in een tot voor kort ondenkbaar tempo
aan de grond wordt onttrokken, en dat er door de schaalgrootte heel veel geld
mee gemoeid is, maar waar dat geld blijft?
En wat gebeurt er
met Kalgoorlie als de Super Pit sluit? Nergens vind ik een helder antwoord. Als
het waar is wat Colin zegt, dat de mijn jaarlijks 200.000.000 dollar lokaal
besteed, dan moeten de gevolgen van de sluiting voor de lokale economie enorm
zijn. Zoals het er nu voor staat, zal de mijn ergens tussen 2017 en 2021
sluiten, tenzij er plotseling nog enorme nieuwe voorraden goud worden gevonden.
Het gat dichtgooien is ondenkbaar, zegt Colin. Er is zoveel gesteente vermalen,
dat als ze alles zouden teruggooien wat ze hebben, het gat maar voor 2/3 gevuld
zou zijn. Daarom is het plan om na de laatste werkdag gewoon te stoppen met
pompen van grondwater, waarna het gat in enkele tientallen jaren voor ongeveer
1/3 met brak grondwater zal zijn gevuld. In het West Australië Museum lees ik over
de toekomst van Kalgoorlie na ‘de Pit’, dat het gat een toeristische attractie is
en blijft, en daar moeten de vroede vaderen van
Kalgoorlie iets positiefs mee doen, maar wat???…
In de loop van de
week wordt het steeds warmer, met als topper woensdag 18 december 2013: 41,8
graden meten we op de thermometer. Maar in de namiddag gaat het weer duidelijk
om en 24 uur later is het 20 graden kouder overdag! Wie wat te klagen heeft
over extremen in het Nederlandse weer moet een tijdje in West Australië komen
wonen! Uiteraard zijn beide extremen niet aangenaam. 21 graden overdag klinkt
nog steeds heel lekker, maar voelt na 41 graden als een koude douche. Marianne
koopt wintersokken voor mij en twee extra dekens!
We besluiten hier
te blijven tot na de kerst. Het weer wordt elke dag een beetje beter, 1e
kerstdag 36 graden, dat lijkt weer een beetje op zomer. We vertrekken 2e
kerstdag, is het plan op dit moment, en dan gaan we naar een National Parkje
ten zuiden van Coolgardie, via de Holland Track naar Burra Rock. En daarna
hopen we, dat het zo warm is aan de kust, dat we veilig een tijdje rond
Esperance kunnen verblijven, samen met alle vakantie vierende Australiërs, want
deze week is de zomervakantie begonnen!
De laadbak van de shovel. 60 ton gesteente past er in, en Marianne. |
De twee hele kleine glinsterdingen op 11 uur in de goudpan is ongeveer de hoeveelheid goud die in 1 ton rock zit! |
Vanuit deze kant van de planeet ook hele fijne kerstdagen toegewenst,
BeantwoordenVerwijderenWil en Petra