zaterdag 21 december 2013

Kalgoorlie


Kalgoorlie

11 december tot en met 22 december 2013

In Kalgoorlie draait alles om goud.

In juni 1893 vonden drie Ieren, Paddy Hannan, Tom Flanagan en Dan Shea een klein stukje ten westen van Mount Charlotte in een paar dagen tijd meer dan 100 ounces (een ounce is iets meer dan 31 gram) goud in nuggets. Zij reden haastig terug naar Southern Cross (230 kilometer), waar ze hun vondst claimden. Korte tijd later vonden Sam Pearce en Will Brookman een stukje verder nog veel meer goud. De ‘Golden Mile’ was geboren!

Het verhaal van het goud ging als een lopend vuurtje en in 1900 woonden er in Kalgoorlie al 25000 mensen. In 1905 had de stad 6 banken, 3 brouwerijen, 26 hotels, 5 ziekenhuizen en honderden winkels. Al snel was Kalgoorlie een van de grootste steden van West Australië. Hannan Street, de hoofdstraat van Kalgoorlie, heeft nog een aantal prachtige gebouwen uit de begintijd, met al meest prominente vertegenwoordigen het Court House.

Hannan Street Kalgoorlie op een grijze dag, gezien van het West Australia Museum. De 'kerktoren' is het Court House.

De Super Pit op de achtergrond vanaf het West Australia Museum. Op de voorgrond een 'head frame' van een van de weinige nog bestaande mijnen.


Kalgoorlie heeft vijf caravanparks en we boeken in op de camping, die het dichts tegen de ‘Golden Mile’ aanligt, Discovery Boulder. 20 dollar voor een tent, zonder stroom. We vinden dat intussen heel goedkoop. Bovendien heeft deze camping een zwembad, en er is een hittegolf in aantocht. 

De hoofdingang van camping Discovery Boulder, met een oud  'head frame', want daarvan waren er een hele boel goedkoop te krijgen toen de Super Pit het werk van de mijnen overnam.

Ons tentje op Discovery Boulder camping. Nee, veel schaduw is er niet. En druk is het hier ook niet.

We vieren de verjaardag van buurvrouw Dee (21 is ze geworden, zegt ze, maar we geloven het niet echt) met lekkere chocolade cake. Liam, haar Schotse echtgenoot, is ambulance chauffeur.


We vinden een plekje onder een bescheiden boompje, dat ons wat schaduw gaat geven in de middag als het op z’n heetst is. En er is –zoals op bijna alle Australische campings- een camp kitchen, maar dat is zo’n bende, dat Marianne spontaan bij de directie gaat mopperen. Dat doen Nederlanders veel gemakkelijker dan Engelsen en Australiërs -die klagen niet graag- maar ze zijn het wel heel erg met Marianne eens en ze krijgt van de medekampeerders veel complimentjes voor haar moedige gedrag. En het helpt! Er komt een poetsmevrouw die de puinhoop min of meer in orde maakt. De volgende ochtend bezoeken we meteen de andere vier caravanparks, maar het blijkt dat we al het beste park hebben gevonden… We boeken dus maar een dagje bij op Discovery Boulder.

We willen wat rust en even nadenken over wat we nu gezien hebben. Daar steken we een hoop tijd in, maar we zitten zeker ook niet helemaal stil.

We bezoeken de lookout van de Super Pit, zoals de ‘Golden Mile’ nu heet. Australiërs overdrijven graag een beetje (alles is ‘great’ en ‘super’ en elk strand is ‘pristine’), maar deze keer mag SUPER met hoofdletters worden geschreven. Vanaf de lookout opent zich een Grand Canyon voor ons, een gat in de grond van 3 kilometer lang, 1,3 kilometer breed en  rond de 600 meter diep! Dit was tot 1990 de Golden Mile, met daarop 80 goudmijnen van 80 verschillende eigenaren. Omdat het alluviale goud op de grond al was opgeraapt, moesten de goudzoekers de grond in, en dat deden ze dus. Sam Pierce had een methode ontwikkeld om goud uit het gesteente te halen, dus werd er via schachten en gangen -vergelijkbaar met onze kolenmijnen- ‘rock’ omhoog gehaald, gemalen en chemisch bewerkt om het goud er uit te halen. Maar de opbrengst per ton gesteente werd steeds minder en er kon niet genoeg ‘rock’ via de schachten omhoog gehaald worden om nog rendabel te kunnen ‘minen’. Rond 1980 begon de Australische zakenman Alan Bond met het opkopen van mining rechten, maar pas in 1990 waren zoveel mining rechten in een hand, dat er met ‘open cut’ mining kon worden begonnen. ‘Open cut’ is wat de Duitsers doen met bruinkool, mega machines die een mega gat graven. Vanaf toen ging het hard. In elke ton ‘rock’ zit maar een paar gram goud, maar er worden elke dag heel veel tonnen ‘rock’ naar boven gehaald, totaal wel 200.000 ton per etmaal! 200.000 maal een paar gram is heel veel goud… Daarop draait de hele operatie.

De Super Pit. In het echt een stuk indrukwekkender dan op de foto...

Dit is een detail uit de foto boven. Hier wordt het gesteente opgeblazen en afgevoerd naar de vergruizer.. De shovel op de voorgrond weegt 685 ton en pakt in een schep 60 ton rock. 4 scheppen vullen een mining truck...

Dit zijn de achterwielen van een mining truck, 2300 pk... Een band kost 36.000 dollar. Per maand verbruikt de mijn 6 miljoen liter diesel... Foto KCGM.


Om het allemaal van wat dichterbij te kunnen zien, maken we een begeleide tour de Pit in. Een fraaie airconditioned touringcar, Colin, de dispatcher van de mijn als verteller. Als hij net zo goed dispatched als vertelt, is hij een hele goede dispatcher. Als we het mega-gat inrijden, klinkt zijn opmerking ‘We keep our footprint as small as possible’ wel heel grappig… In ieder geval doen ze hun best om de gevolgen van hun activiteiten voor de medewerkers en de gemeenschap van Kalgoorlie binnen de perken te houden, dat wordt wel duidelijk. Het ‘old boys network’ is verdwenen, 30 % van de truckdrivers is vrouw. Veiligheid wordt met een hoofdletter geschreven, drugs en alcohol in de mijn zijn taboe. Zero-tollerance… In de hele stad staan stofmelders. Als er ergens een alarm afgaat, wordt nagegaan of het stof van de mijn afkomstig is en als dat zo is, dan worden de activiteiten tijdelijk gestopt. De mijn koopt alles in Kalgoorlie, tenzij ze het echt niet lokaal kunnen krijgen. 200.000.000 dollar per jaar besteed de mijn lokaal, zegt Colin. Er werken ongeveer 300 mensen rechtstreeks voor de mijn, maar veel onderhoudswerk wordt via lokale ‘contractors’ afgewikkeld.

Drie dingen blijven opmerkelijk buiten beeld: Hoe werkt het chemische proces waarmee het goud aan het gesteente wordt onttrokken, waar gaat het geld naar toe dat hier verdiend wordt en wat gebeurt er met Kalgoorlie als de Super Pit sluit.

‘Some nasty chemicals’ is alle informatie die we krijgen over het chemische proces van goudwinning, maar welke ‘chemicals’ dat zijn en hoe milieuschade wordt voorkomen, blijft onduidelijk.

Over de eigendomsverhoudingen en waar het geld naar toe gaat dat hier wordt verdiend, horen we ook niets van Colin. De huidige eigenaren van de Super Pit zijn twee internationale bedrijven, Newmont Australia en Barrick Gold of Australia, ontdek ik later. Die zijn samen eigenaar van Kalgoorlie Consolidated Gold Mines Pty (KCGM), die het feitelijke graafwerk doet. Geen woord over de condities waaronder zij mogen ‘minen’ in Australië. Het is helder, dat het goud in een tot voor kort ondenkbaar tempo aan de grond wordt onttrokken, en dat er door de schaalgrootte heel veel geld mee gemoeid is, maar waar dat geld blijft?

En wat gebeurt er met Kalgoorlie als de Super Pit sluit? Nergens vind ik een helder antwoord. Als het waar is wat Colin zegt, dat de mijn jaarlijks 200.000.000 dollar lokaal besteed, dan moeten de gevolgen van de sluiting voor de lokale economie enorm zijn. Zoals het er nu voor staat, zal de mijn ergens tussen 2017 en 2021 sluiten, tenzij er plotseling nog enorme nieuwe voorraden goud worden gevonden. Het gat dichtgooien is ondenkbaar, zegt Colin. Er is zoveel gesteente vermalen, dat als ze alles zouden teruggooien wat ze hebben, het gat maar voor 2/3 gevuld zou zijn. Daarom is het plan om na de laatste werkdag gewoon te stoppen met pompen van grondwater, waarna het gat in enkele tientallen jaren voor ongeveer 1/3 met brak grondwater zal zijn gevuld. In het West Australië Museum lees ik over de toekomst van Kalgoorlie na ‘de Pit’, dat het gat een toeristische attractie is en blijft, en daar moeten de vroede vaderen van  Kalgoorlie iets positiefs mee doen, maar wat???…

In de loop van de week wordt het steeds warmer, met als topper woensdag 18 december 2013: 41,8 graden meten we op de thermometer. Maar in de namiddag gaat het weer duidelijk om en 24 uur later is het 20 graden kouder overdag! Wie wat te klagen heeft over extremen in het Nederlandse weer moet een tijdje in West Australië komen wonen! Uiteraard zijn beide extremen niet aangenaam. 21 graden overdag klinkt nog steeds heel lekker, maar voelt na 41 graden als een koude douche. Marianne koopt wintersokken voor mij en twee extra dekens!

We besluiten hier te blijven tot na de kerst. Het weer wordt elke dag een beetje beter, 1e kerstdag 36 graden, dat lijkt weer een beetje op zomer. We vertrekken 2e kerstdag, is het plan op dit moment, en dan gaan we naar een National Parkje ten zuiden van Coolgardie, via de Holland Track naar Burra Rock. En daarna hopen we, dat het zo warm is aan de kust, dat we veilig een tijdje rond Esperance kunnen verblijven, samen met alle vakantie vierende Australiërs, want deze week is de zomervakantie begonnen! 

De laadbak van de shovel. 60 ton gesteente past er in, en Marianne.

De twee hele kleine glinsterdingen op 11 uur in de goudpan is ongeveer de hoeveelheid goud die in 1 ton rock zit!



1 opmerking:

  1. Vanuit deze kant van de planeet ook hele fijne kerstdagen toegewenst,
    Wil en Petra

    BeantwoordenVerwijderen