Kalgoorlie-Cave Hill-Kalgoorlie
23 december tot
en met 31 december 2013
We zijn weer
terug in Kalgoorlie! We hebben de rechter voorband kapot gereden op het Old
Woodline 4x4 Track naar Cave Hill en we hebben een bandenbedrijf nodig. Nu we
toch weer in Kalgoorlie zijn, vieren we hier ook de jaarwisseling 2013-2014. De
kerstdagen in Kalgoorlie waren een succes, dus moet het met de jaarwisseling
ook lukken.
De kerstdagen brachten
we door met Errol en Avis Lancester uit Queensland. Ze zijn voor het eerst met
de feestdagen van huis zonder de kinderen, dus moeten ze een beetje afgeleid
worden... Avis en Marianne houden allebei van koken en dat is een prima startpunt
voor een leuke dag. We bezoeken eerst samen het Centennial Park, waar de
gemeente Kalgoorlie aan alle mensen in de stad een gratis lunch met drankjes en
ijsjes en kinderspelletjes aanbiedt. De kerstman arriveert in vliegende vaart,
niet per arrenslee wegens gebrek aan sneeuw, maar in een brandweerauto. ’s Avonds genieten we op de
camping van een gezellige ‘tea’ met Errol en Avis. Grote garnalen als starter, lamb
chops, salades, Franse aardappeltjes uit de oven, chocolade ‘grand dessert’, alles
weggespoeld met wijn en bier.
|
Onze kerstvrienden Errol en Avis |
Meteen na de
kerst vertrekken we naar Burra Rock, een National Park ongeveer 100 kilometer naar
het zuiden. Er is een campground en een waterhole waar je kunt zwemmen. Burra
Rock is een van de vele granieten ‘outcrops’ in de omgeving, een kale granieten
berg die uitsteekt boven het groen van de Great Eastern Woodlands. Het meest beroemde
voorbeeld van een outcrop is natuurlijk Ayers Rock (Uluru) in het hete
binnenland, maar de niet toeristisch ontwikkelde outcrops zijn vaak net zo
interessant.
Burra Rock heeft
inderdaad het beloofde waterhole, maar de campground is bijna zonder schaduw en
het is er heet, tegen de 40 graden. We babbelen wat met een paar Australische
Schotten op de campground, die zelf schaduw hebben gemaakt met de luifel van
hun camper trailer. Nee, dit is het niet voor ons, denken we. ‘Dan moet je
doorrijden naar Cave Hill’ zegt onze Schot. ‘Daar is meer schaduw en je kunt er
vlak aan het water kamperen’. Hij duwt me zijn 4x4 Atlas van West Australië in
de hand en wijst me het Old Woodline Track er naar toe, hoogstens 50 kilometer. ‘Ja, de
atlas is voor jou, neem maar mee, anders verdwaal je!’ Wie had wat te makken
over zuinige Schotten? In verbijsterde dankbaarheid aanvaarden we het geschenk.
We vinden
gemakkelijk het begin van het Old Woodline Track. Het Old Woodline Track was
vroeger een smalspoorlijn dwars door het bos, waarmee gekapt hout naar de
beschaving (Coolgardie en Kalgoorlie) werd gebracht.
|
Het begin van het Woodline Track |
Het hout rond de
goudmijnen was al snel verdwenen om te dienen als stophout in de mijngangen en
als brandhout voor de vele stoommachines, die het goud naar boven trokken.
Totale kaalslag in enkele jaren tijd. Daarom moest het hout van steeds verder
weg worden gehaald. De vondst van steenkool is de redding geweest van de
laatste bomen van de woodlands, en intussen vindt er langzame regeneratie
plaats. Maar een dikke oude boom vindt je hier nergens.
Het Old Woodline Track
is precies een auto breed en wordt open gehouden door de auto’s die er af en
toe rijden. Links of rechts een keer langs een boom of struik schuren met je
auto, is daarom onvermijdelijk. De ondergrond is goed te berijden, de 4x4 is
maar af en toe echt nodig.
Na 30 kilometer begint de
auto behoorlijk naar rechts te trekken en ik zet de boel stil. Inderdaad, een
platte rechter voorband! We zijn niet stomverbaasd, de rechtervoorband is de
slechtste van de vier. We hadden al half en half besloten de rechter voorband
in Perth te vervangen, maar uit zuinigheid nog even uitgesteld… God straft
onmiddellijk… Het is intussen 16:30 en op het heetst van de dag, zeker rond de
40 graden. Marianne maakt wat schaduw met een deken en ik begin aan mijn eerste
exercitie banden wisselen in deze auto. Tussendoor twee keer mezelf met een
natte washand moeten koelen, want bij deze temperaturen loop je als 65jarige
gemakkelijk een heat stroke op als je moet werken in de zon. Maar mijn zekering
houdt het, alles gaat goed. Na een half uur rijden we weer. Omdat we nu geen
reserveband meer hebben, rijden we een paar kilometer terug naar een doorgaande
gravel road en van daar verder naar Cave Hill. Als we nog een keer stranden, is
de kans iemand tegen te komen op de gravel road een stuk groter dan op het 4x4 track.
|
Waar moet de krik staan bij een Toyota Prado??? |
|
|
Gelukt! Waarom ik dat vliegennet draag wordt uitgelegd in een toekomstig blog dat heet 'Wat je allemaal moet weten over Australie, maar je nooit wordt verteld'. |
Er is een
campground aan de oostkant van Cave Hill, maar ook die vinden we te kaal, te
weinig schaduw. We rijden dus nog 4,5 kilometer door naar de westkant, en daar
vinden we eindelijk ons paradijs! Een grote campground zonder veel structuur,
een long drop toilet, een oude caravan in een hoekje, dat is alles. We vinden
een bruikbaar plekje met voldoende schaduw. We zetten onze tent zo ver mogelijk
naar achter onder de struiken. Drie meter voor de tent zetten we de auto en
tussen de tent en de auto spannen we een groot stuk zeildoek. Zo hebben we
genoeg schaduw en behoorlijk wat privacy voor het geval het nog druk wordt
hier.
|
De campground van Cave Hill, gezien vanaf de rock. Op de voorgrond ons waterhole. |
|
Ons kampeerplekje bij Cave Hill. Bij ons loopt alles op solar! |
We wandelen de
rock op en treffen daar in het waterhole een man, een jonge vrouw en een bloot
jongetje. Het zijn de bewoners van de caravan en na een korte groet slenteren
ze naar huis. Wij vergapen ons aan de prachtige omgeving en we luisteren naar de
stilte. Boven het water cirkelen libellen en schrijvertjes beroeren het stille
oppervlak. Achter het waterhole rijst de kale berg omhoog, af en toe
onderbroken door plukjes bomen en struiken. Bomen en struiken groeien op
plekjes waar de berg van nature genoeg water verzamelt. Maar het meeste water
vloeit naar het door mensenhand aangelegde ‘waterhole’. Om te voorkomen dat het
water ‘zomaar’ de berg afstroomt, zijn er ‘water catchments’ aangelegd. We
zagen ze ook al op Wave Rock. Een lange rij rechtop gemetselde stenen, die er
voor zorgen dat regenwater naar het waterhole stroomt. De waterholes zijn
indertijd aangelegd om de stoomtrein -waarmee het hout werd afgevoerd- van
water te voorzien.
|
De 'water catchment' van Cave Hill. Dit zie je overal op dit soort rotsen. |
|
Een impressie... |
|
Number 3 dam, aan de andere kant van de rock |
|
Een medebewoner van de rock. Ze rennen altijd heel hard, anders verbranden ze hun voetzolen op de hete steen... |
|
Ik leg de bovenste steen op het punt, dat de top van de rock markeert. 360 graden rondom alleen maar groen... |
We eten een
heerlijke koolsalade met veel slagroom, overgebleven van het kerst diner. Ons
hart slaat vijf slagen over als er plotseling bij de caravan een luidruchtige
aggregaat wordt gestart. En wij hadden nog wel de indruk, dat dit echte
natuurliefhebbers waren! Marianne wil er al op af met een dik stuk hout, maar na
tien minuten stopt het lawaai weer. We halen opgelucht adem. We zetten onze
stoeltje midden op het terrein in de laagste stand en zien langzaam de ene na
de ander ster opstarten. Af en toe valt er een ster naar beneden en dan doen we
stiekem een wensje. Dat mag als er een ster valt, maar je mag tegen niemand
zeggen wat je wenst, want dan werkt het niet… Om half negen straalt de melkweg
in volle glorie. Het is nieuwe maan, optimaal voor sterrenkijkers. In de verte
balkt een ezel…
De volgende
morgen is onze eerste gang naar het waterhole voor een verfrissende duik. Onze
buurman van de caravan en zijn zoontje paddelen al genoeglijk rond in de pool.
Als hij uit het water stapt, blijkt hij vergeten te zijn een zwembroek aan te
trekken, maar met bloot hebben wij absoluut geen moeite, dus ons stoort het
niet. Zijn zoontje herkent in ons een nieuwe opa en oma, en babbelt honderduit.
Als we later aan het ontbijt zitten, komt hij ons al zijn schatten laten zien.
Een slim jongetje, Bobby heet hij, en hij kan al het hele alfabet opzeggen! Om
half elf komt hij weer aanrennen en vraagt of we een biertje komen drinken???
Heel lief, maar we zijn pas net aan de koffie en het is voor ons nog lang geen
beer-a’clock. Ik wandel even naar zijn vader en moeder. Omdat het wel duidelijk
is dat we met naturisten te maken hebben, kondig ik mijn aankomst luidruchtig
aan. Moeder schiet naar binnen om wat aan te trekken en vader grijpt naar een
handdoek om om te slaan. ‘We have no problem at all with nudity’, verzeker ik
hem, en hij laat opgelucht de handdoek weer vallen. ‘Janos’ zegt hij. ‘George’
zeg ik. We raken aan de praat over het woodline track, en ik vertel Janos over
onze lekke band. ‘Don’t you have a spray?’ vraagt Janos verbaasd. Nee, geen
spray… Janos rommelt even in het vooronder van de caravan en komt te voorschijn
met een bus Holtz, lekke banden spray. Spuit je in je lekke band en is goed om
nog eens 300 kilometer
te kunnen rijden. Ik bekijk de bus en wil die teruggeven. ‘No, take it,
you may need it, I have plenty of this stuff’, zegt Janos… In verbijsterde dankbaarheid aanvaard ik het
geschenk. Wat hebben die Australiërs toch???
’s Middags
wandelen we met zes koude biertjes naar onze buren. Janos blijkt Hongaar, in
1980 als jongen van 26 over het ijzeren gordijn naar Wenen gevlucht en via
allerlei omzwervingen uiteindelijk als cineast in Australië terecht gekomen.
Hij heeft volwassen kinderen, maar is een paar jaar geleden met een jonge
Philipijnse -Eileen heet ze- aan een ‘tweede ronde’ begonnen. Bobby is het bewijs
dat hij het nog kan… Al snel zijn we gewikkeld in een stevige discussie. Janos
zit vol met complot theorieën, die hij op internet heeft opgedaan. Ik bestrijd zijn theorieën niet, maar beperk me tot hier
en daar een vraag. Hij is totaal verrast dat ik als jurist kritische noten
plaats bij het kapitalistisch geweld, waar we aan zijn blootgesteld. Op
dat punt zijn we het aardig eens. We gaan als dikke vrienden uit elkaar.
|
Janos en zijn gezin, onderweg naar huis... |
Janos en zijn
gezin vertrekt de volgende ochtend, maar wij blijven nog twee dagen. In de loop
van de dag landt er een groep 4x4 rijders, maar het blijken nette mensen met
solar panelen en zo. Geen herrie, geen aggregaten, geen muziek, en het mooiste
van alles: Ze vertrekken de volgende ochtend weer vroeg. Wij wandelen intussen
over de berg naar de andere kant, waar nog drie waterholes zijn, en zwemmen als
we het te warm krijgen. Opmerkelijk verfrissend is zo’n bad, het voelt na
afloop heel anders dan wanneer je uit een zwembad komt. Is het verschil het
ontbreken van chloor in het water?
|
Adam and Eve in Paradise... |
|
De grot, waaraan Cave Hill haar naam dankt |
Na drie dagen is
onze drinkwater voorraad (35
liter hebben we bij ons) flink geslonken en we moeten in
ieder geval iets doen aan onze lekke band. Terug naar Kalgoorlie, besluiten we.
Daar hebben we een bruikbare camping met zwembad en wel tien bandenbedrijven.
De volgende ochtend leg ik 390 dollar op tafel voor een nieuwe Hankook rechts
voor. Voorlopig kunnen we er tegen. In de namiddag trekt de hemel helemaal
dicht, en de lucht ziet er uit alsof er elk moment een zwaar onweer kan
losbarsten. Maar niets van dat alles, een bescheiden klapje af en toe, wat
spatjes regen. In de loop van de avond begint het wel steeds harder te waaien
en dat stopt de hele nacht niet. Omdat het zwaar bewolkt blijft, koelt het ook
niet af. De hele nacht dommelen we alleen een beetje, badend in het zweet en steeds
weer wakker gemaakt door een nieuwe windvlaag. We zijn blij als het ochtend is.
30 december wordt
een topdag! 44 graden halen we, zo heet hadden we het nog niet. Maar op 31
december -vandaag dus- is het maar 38 graden, lekker koel. En daarna gaat het
terug naar 28, ronduit koud!
We kijken
vanavond op TV naar het vuurwerk op de Harbour Bridge van Sydney. Als het in
Sydney middernacht is, is het hier pas 21 uur. We kunnen dus het vuurwerk zien
en toch op tijd naar bed. En als het hier middernacht is, dan is het in
Nederland 17 uur… Verwarrend hoor, die jaarwisseling.
Iedereen die dit
blog heeft uitgelezen, wensen we een heel voorspoedig 2014 toe! Op naar het
nieuwe jaar.